Bij afnamepunten waar het afgenomen water niet voor voeding geschikt is, moet een aanduiding met een erkend logo aangebracht worden.
Als er geen onderscheid gemaakt kan worden, tussen leidingen die drinkwater en geen drinkwater bevatten, dienen de leidingen eveneens op een duidelijke en duurzame wijze gemarkeerd te worden met de aanduiding van de aard van het water, bijv. regenwater, putwater of “GEEN DRINKWATER”.